Suske en Wiske is een Belgische stripreeks bedacht door Willy Vandersteen, die in het begin ook alle verhalen geheel zelf uitwerkte en tekende. Later is de stripreeks voortgezet door achtereenvolgens Paul Geerts, Marc Verhaegen en het duo Luc Morjaeu en Peter Van Gucht van Studio Vandersteen.
Genre: humoristische strip, avonturenstrip, historische strip, kinderstrip, fantasystrip
Suske en Wiske zijn geen familie van elkaar. Suske werd geadopteerd door tante Sidonia nadat hij Wiske, tante Sidonia en professor Barabas ontmoet had op Amoras. Suske en Wiske zijn sindsdien onafscheidelijk, alhoewel de beste vrienden door hun verschillende karakters weleens botsen.
Klik hier om naar de vorige pagina te gaan
De stripboeken van Suske en Wiske zijn bedacht door de Belgische striptekenaar Willy Vandersteen. Hij begon ermee in 1945. Inmiddels zijn er meer dan 380 verhalen van Suske en Wiske verschenen. Er komen ook nog steeds nieuwe bij.
Een korte beschrijving van de vele personen die regelmatig voorkomen in de avonturen van Suske en Wiske aangevuld met de familieleden van de helden.
Suske
De
naam van Suske is afgeleid van "Sus", de vlaamse roepnaam
van Franciscus.
Suske wordt door Tante Sidonia en Wiske ontdekt op
het eiland Amoras in het gelijknamige verhaal.
Suske wordt uiteindelijk als een zoon aangenomen door Tante Sidonia,
de tante van Wiske, en hij gaat mee naar België.
Hij vormt in
veel verhalen het tegengewicht voor de bokkesprongen en vaak
ongecontroleerde uitbarstingen van Wiske.
Wiske
Wiske
treedt al een verhaal eerder op dan Suske. Samen met haar broer Rikki
en tante Sidonia komt ze voor het eerst voor in De avonturen van
Rikki en Wiske. Officieel heet Wiske Louise en zo af en toe
spreekt ze zichzelf dan ook zo aan. Wiske is vooral nieuwsgierig.
Haar nieuwsgierigheid samen met haar koppigheid brengt haar, en dus
ook Suske, regelmatig in de nesten. De soms wat dromerige Wiske
blijkt vaak wel het gelijk aan haar kant te krijgen. Voor haar pop
Schanulleke is Wiske als een moeder. De band is dan ook erg hecht.
Volgens Tante Sidonia zal de band met Schanulleke nog eens de wereld
redden.
In Op
het Eiland Amoras schopte ze het heel ver. Ze
werd er koningin van de tropische middeleeuwse stadstaat. Bovendien
ontmoette ze er haar boezemvriendje Suske, waarmee ze ondertussen
reeds meer dan een halve eeuw lief en leed deelt.
Sidonia
Willy
Vandersteen vond dat een gezaghebbende
ouderfiguur in de strip noodzakelijk was om hem enige bijval te laten
genieten in het conservatieve Vlaanderen van na de Tweede
Wereldoorlog. Een echte ouderfiguur kon volgens hem echter ook niet
omdat deze nooit de capriolen zou toelaten die hij voor zijn
geesteskinderen had weggelegd. Daarom kwam hij met een tante op de
proppen die weliswaar het oudelijk gezag vertegenwoordigde, maar toch
voldoende soepel was om niet elk spannend of gevaarlijk avontuur te
verhinderen.
Sidonia, vroeger Tante Sidonie, stamt af van Koning
Poefke der Kannenkijkers. Veel koninklijks is er niet meer te
bespeuren aan de "huissloor" Sidonie die zij is in de
beginjaren van de strip. Tante Sidonia is herkenbaar aan haar
hyperslanke lijn, ze kan zichzelf achter een boompje verbergen! Haar
prachtige kuif, haar grote voeten, waarvan de maat ligt tussen 46 en
64, haar neus en haar kin zijn ongeëvenaard.
Vaak wordt Tante
Sidonia belachelijk gemaakt om haar uiterlijk. Vooral Lambik maakt
zich hieraan regelmatig schuldig. Toch blijft Tante Sidonia Lambik
zien als haar ware Jacob. Lambik blijkt een andere mening toegedaan.
Tante Sidonia heeft de zorg voor Suske en Wiske op zich genomen.
Ook Rikki viel ooit onder haar zorg. O, ja pas op als Tante Sidonia
haar bril afzet, dan dreigt er storm!
Lambik
Vandersteen
had de figuur Lambik al in de winter van 1944-1945 op papier gezet
(die figuur noemde hij toen Pukkel) maar hij wist nog niet wat
hij er mee moest beginnen. Toen de figuur in 1946 zijn definitieve
gestalte gaf, woonde Vandersteen in Ganshoren, in de uitlopers van
het Pajottenland, waar de naam van het Vlaamse bier De geuze
Lambic op ieders lippen ligt.
In het verhaal De
sprietatoom, dat in 1946 na Op het eiland
Amoras in de krant verschijnt, verschijnt dan een
loodgieter-detectief ten tonele. De wat slonzige man heet Lambik.
In korte tijd evolueert Lambik tot de grote held in de verhalen,
al beleeft hij in de jaren zeventig diverse dieptepunten.
Lambik
is soms ijdel, onnozel of lomp maar altijd heeft hij het hart op de
goede plaats. Willy Vandersteen zei al: "Feitelijk lijk ik nog
het meest op Lambik, zo ene gewone man met al zijn goede en slechte
dingen". Ook zijn dochter Leentje Vandersteen bevestigde de
gelijkenissen in een interview.
Lambik
is een man van inmiddels 50 met exact 6 haren, waarvan er drie aan
elke zijde zitten. Hij heeft een onopvallende snor. Hij draagt altijd
een zwarte broek en een wit overhemd. Een zwart vlinderstrikje rondt
zijn kledingcombinatie af.
Lambik heeft oog voor de vrouwen. Maar
blijft uiteindelijk de eeuwige vrijgezel. Dit tot groot verdriet van
Tante Sidonia.
Jerom
Jerom
verscheen pas in 1953. Voor de krantenlezers is dit meteen een schok
Jerom is namelijk een oermens. De onbeschaafde Jerom wordt echter al
snel bijgeschaafd. Spreken in volledige zinnen zal hij echter nooit
leren. Schrijven evenmin. Jerom's opvallendste kenmerk is zijn enorme
kracht. Bergen splijten is geen probleem en ook een volledig schip
optillen is een peulenschil.
Vandersteen heeft het intreden van de
krachtpatser Jerom later wel betreurd. Met Jerom erbij zijn alle
problemen zo door kracht opgelost. Jerom wordt daarom regelmatig op
reis gestuurd. Paul Geerts vond het vooral jammer dat Jerom is
geëvolueerd van oermens tot moderne mens. Een oermens in een
moderne maatschappij zou hem beter hebben gepast. Hoewel Vandersteens
geestelijk testament wijzigingen verbiedt, keert Jerom in Amber
tijdelijk terug in zijn oude gedaante.
Barabas
Professor
Barabas is een geniaal wetenschapper. Hij werd ooit uitgeroepen tot
geleerde van het jaar vanwege zijn studie naar de oorsprong van de
mens op aarde. Verder heeft hij heel wat uitvindingen gedaan, zoals
de teletijdmachine, de terranef, de gyronef, de tastoscoop, de
snelgroeier, de IJslandsuite en veel meer. De ijzeren schelvis hoort
hier echter niet bij!
Professor Barabas eerste optreden is in Op
het eiland Amoras. Wiske vist een vaas uit het water en tante
Sidonia smijt deze op het hoofd van de professor. In dit zelfde
verhaal doen ook de gyronef en de teletijdmachine, de uitvindingen
die Barabas' het beroemdst maakten hun intrede in de strip.
Schanulleke
Schanulleke, vroeger Schalulleke
en Schabolleke genoemd is de lappenpop van Wiske. Haar
oorspronkelijke naam Schalulleke stamt af van het Vlaamse volkswoord
voor sjalotje. In de meeste verhalen is Schanulleke's rol passief,
slechts in een enkel verhaal komt ze tot leven. Toch brengt Wiske
zichzelf en haar vrienden nog weleens in de problemen omdat ze
Schanulleke is vergeten en er achter aan wil om haar terug te vinden.
Zo zorgt Schanulleke soms voor belangrijke wendingen in de
verhaallijn.
In de 340ste Suske en Wiske, waarin het tweetal naar Afrika afreist om zeegodin Mami Wata te zoeken en Niet alleen de blote borsten in de voorpublicatie van enkele tekeningen reacties op riepen , maar met name de afbeelding van de zwarte man die vol verbazing omkijkt naar de buste van de mythische vrouw heeft toen veel stof doen opwaaien.
Op een dag wordt er ingebroken in het huis van Sidonia. De kamer van Suske is daarbij op brutale wijze overhoop gehaald. Maar de dief heeft echter ook elders in de buurt toegeslagen waarbij een spoor van gelijkaardige vernielingen achterliet.
Wanneer de politie de zaak onderzoekt blijkt al snel dat het hier om een mysterieuze zaak gaat. De dief vermomt zich als luipaardman en is op zoek naar drie beeldjes die lang geleden door een stel archeologen uit het heiligdom van Mami Wata werden gestolen.
Die beeldjes zijn de kinderen van Mami Wata. Tot hun grote verbazing vinden ze één van de beeldjes terug in de kamer van Suske. Wanneer die tijdens de klopjacht op de luipaardman levensgevaarlijk gewond raakt lijkt zijn einde onafwendbaar.
Maar al gauw wordt duidelijk dat de geest van Mami Wata hem in leven houdt. Ze dwingt onze vrienden haar kinderen terug te brengen naar Afrika, zo niet zal Suske sterven.
De zo genaamde “zwarte aap” van dit nieuwe ‘Suske en Wiske’ verhaal komt dus niet zomaar uit de mouw, hij rust op de armen van een pijnlijke traditie van koloniale denkbeelden, die aan de basis stonden (en staan) van een wereld opgedeeld in superieure blanken en inferieure zwarten.
Een tekening uit Deze “Mami Wata” van ‘Suske en Wiske’, een verhaal van 27 juni 2017, haalde in verschillende media de aandacht, omdat er voor het eerst een vrouw met blote borsten getoond werd in de stripreeks. Er is op de tekening echter iets te zien wat veel meer de aandacht had moeten trekken.
"Waar niemand over praatte in de media was het feit dat die tieten totaal niet belangrijk zijn, maar dat er wel een ontzettend racistische, stereotiepe afbeelding van een zwarte man op datzelfde prentje staat".
De actualiteit in strips, wel te verstaan: racisme. Maar niet over Zwarte Piet, over het racistische verleden van strips die ons allen zeer dierbaar zijn.
1
Het bekendste zijn Suske en Wiske en Asterix, maar ook Kuifje. Waar de kwaliteit van Asterix kelderde toen één van de geestelijk vaders kwam te overlijden en Suske en Wiske ten onder gingen aan overproductie en ideeënarmoede, bleef Kuifje jaren lang stabiel. Schrijver en tekenaar Hergé liet in zijn testament opnemen dat niemand na zijn dood nog nieuwe Kuifje-avonturen mocht maken, dus van eventuele omdraaiïngen in het graf is geen sprake geweest.
2
De Avonturen van Kuifje, zoals de strip officieel heet, wordt nog altijd gezien als één van de beste stripreeksen ter wereld, maar toch is er één smetje op het blazoen van de dappere reporter:
Kuifje in Afrika. Op de
achterkant van de klassieke Kuifje-uitgaven stonden altijd 22
Kuifje-albums.
Officieel was de eerste Kuifje in Afrika (het
erbarmelijke, oppervlakkige en officieuze eerste album 'Kuifje in het
land van de Soviets' hield men wijselijk in de doofpot) en de laatste
Kuifje en de Picaro's. De strips van Kuifje verschenen ook op video
als tekenfilm.
Op een gegeven moment
had ik ze allemaal, behalve eentje: Kuifje in Afrika. Van dit album
bestond geen tekenfilm. Waarom?: het is extreem racistisch.
In Asterix en de Gladiatoren - het vierde Asterix-album uit 1964 - figureerden de iconische piraten voor het eerst. Het bekendste lid van die bende is de zwarte Baba, die altijd in het kraaiennest op de uitkijk zit. Hij is veruit de domste, zijn lippen zijn extreem dik en hij heeft een spraakgebrek.
Erg opvallend dan ook dat hij in het nieuwste album - het recente 'Asterix en de Picten' - maar op één plaatje te zien is, heel klein op de achtergrond op een vlot van wrakhout, in plaats van zoals vroeger, als laatste zinkend in het kraaiennest, iets doms zeggend.
8
Ook bij het inmiddels zeer linkse en progressieve Suske en Wiske duurde het heel lang voordat stammen in de Derde Wereld eens niet als mensenetende idioten werden afgebeeld. In De Bevende Baobab en in De Gramme Huurling belanden Suske en Wiske als vanouds weer in een pot soep. In het laatste album zijn de inboorlingen dan wel niet zwart, maar het stereotype is weer onmiskenbaar racistisch.
Een aantal jaar geleden heeft een Congolese Belg geprobeerd het album 'Kuifje in Afrika' te verbieden. Dit is niet gelukt en daar mogen we volgens mij blij mee zijn.
Kuifje in Afrika is net
als het net zo xenofobe Kuifje in het land van de Soviets een
onderdeel van onze geschiedenis. Dat soort strips verbieden, is doen
alsof dat racisme nooit heeft plaats gevonden.
Het lijkt me
wel verstandig om als ouders eventuele jonge lezers erop te wijzen
dat het fictie is; dat dit niet is zoals het echt gaat (of ging) in
Afrika.
Maar toch, mocht je als
ouder een Sinterklaas-cadeau willen kopen voor je kind en twijfelen
tussen Kuifje in Afrika of Raket naar de Maan, dan zou ik toch maar
die laatste doen. Niet alleen vanwege het racisme, maar toch vooral
omdat die nieuwere albums zo veel beter zijn.
9
Om het
af te leren nog wat pijnlijke voorbeelden uit de rijke
stripgeschiedenis, achtereenvolgens uit Sjors en Sjimmie, Suske en
Wiske, Nero en twee keer Jommeke.
10
11
12
13
14